Home       Leden       Beheerder

Beste lezer,

Het Concertkoor Breda heeft op 12 november 2023 in de St. Willibrorduskerk in Teteringen onder leiding van Geert van den Dungen een zeer goed ontvangen Najaarsconcert gegeven: Petite Messe Solennelle van Gioachino Rossini.

Thans bereiden wij het op zondag, 21 april 2024 in de St. Willibrorduskerk in Teteringen te geven Voorjaarsconcert voor.

Het Concertkoor Breda zal dan samen met twee solisten het "Requiem" van Gabriel Fauré uitvoeren.

Daarnaast zullen van Fauré het "Tantum ergo" en van Vivaldi het "Credo", het "In exitu Israël" en het "Et in terra pax hominibus" ten gehore worden gebracht.

De begeleiding zal worden verzorgd door een gelegenheidsensemble van 14 strijkers en het orgel.

Het geheel zal weer onder leiding van staan van Geert van den Dungen.


Fauré's Requiem in d-mineur, opus 48, is misschien wel zijn meest bekende werk en kent een bijzondere ontstaansgeschiedenis. Het is veelvuldig ten gehore gebracht in verschillende uitvoeringen. Dit was het gevolg van het feit dat Fauré langdurig aan het Requiem heeft gewerkt, van 1877 tot 1890. Het Libera Me componeerde hij al in 1877 en pas een jaar later begon hij aan de eerste versie van zijn Requiem. Hij noemde dat zelf Un Petit Requiem. De eerste versie bestond uit vijf delen, Introïtus en Kyrie, Sanctus, Pie Jesu, Agnus Dei enIn Paradisum. Ruim tien jaar later, in 1888, werd de eerste versie pas uitgevoerd in de Église de la Madeleine in Parijs met Fauré zelf als dirigent. De begeleiding bestond uit orgel, harp en pauken en een aantal strijkers. Er was naast het gemengd koor slechts één solopartij en die moest worden uitgevoerd door liefst een jongenssopraan, vond Fauré.
Na die uitvoering blijft hij werken aan zijn Requiem. Hij voegt in 1889 het Offertorium toe met daarin het Hostias, een solopartij voor bariton, en nog een jaar later voegt hij het al eerder gecomponeerde Libera Me toe. Dit zal de tweede versie worden. Deze tweede versie, nu voor kamerorkest, gaat in première in 1893 en weer is Fauré zelf de dirigent, alweer in de Madeleine in Parijs.

Ergens in 1899 en 1900 wordt het Requiem bewerkt voor een compleet orkest, maar het is niet duidelijk of dat door Faurë zelf is gebeurd of door een van zijn leerlingen. Die versie ging in première ter gelegenheid van de Wereldtentoonstelling van 1900 in Parijs, met een andere dirigent en op een andere plaats. Tenslotte wordt het Requiem nogmaals uitgevoerd in de Madeleine, op Fauré's eigen staatsbegrafenis op 8 november 1924. Daarna gaat het de hele wereld over, in een bezetting met groot koor en orkest.

Tot 1980 was die uitvoering de meest bekende versie, totdat John Rutter het originele manuscript voor kamerorkest ontdekte in de Nationale Bibliotheek van Frankrijk in Parijs. Sindsdien wordt het Requiem steeds vaker uitgevoerd in een kleinschalige bezetting.

Waarom Fauré dit werk heeft gecomponeerd is niet bekend.

Zelf zegt hij daarover onder andere het volgende:

'Ik heb het werk nergens voor gecomponeerd, maar gewoon voor het plezier. Alles wat ik kon opbrengen op religieus gebied heb in het Requiem gestopt'

Het werk straalt een groots humaan gevoel uit van geloof in de eeuwige rust. In zijn eigen woorden: 'Het werk is zo zachtmoedig als ikzelf'.

Nadere informatie over onder meer de toegangsprijs, de kaartverkoop en nazit volgt zo spoedig mogelijk.

Hij / zij die als projectdeelnemer ons koor wil versterken bij dit en/of komende concerten is van harte welkom. Op de website www.concertkoor.nl van het Concertkoor Breda leest u hoe u zich kunt aanmelden. De tien repetities ter voorbereiding van het Voorjaarsconcert op 21 april 2024 beginnen op 30 januari 2024. De bijdrage van de projectdeelnemers voor dit concert bedraagt € 80,00.

Jan Huinen

voorzitter